In 1-2-3 differentiëren in Reken Maar! 

Als leerkracht zit je elk jaar met niveauverschillen in jouw klasgroep. Gelukkig houdt Reken Maar! rekening met de specifieke noden van elk kind. Met deze tips help je je leerlingen in 1-2-3!

 

1. Raadpleeg de REDICODIS-pagina

In de handleiding vind je bij alle basislessen een REDICODIS-pagina met enkele REDICODIS-maatregelen bij de oefeningen uit het werkschrift, vaak ondersteund door zorgblaadjes.

Je kan deze downloaden via de Bingelmodule differentiëren en oefenen, en je vindt ze ook in de mappen van Reken Maar!.

 

TIP: download de zorgblaadjes via Bingel, dan worden de naam, klas en volgnummer automatisch ingevuld. Kies je voor de oefeningen in Bingel, dan heb je ook nog het voordeel dat je de oefeningen niet zelf moet corrigeren.

Zorgblaadjes downloaden via Bingel

2. Schrap opdrachten die verder gaan dan de minimumdoelen

Sluiten de oefenmaterialen – ondanks het toepassen van RECODIS-maateregelen – nog steeds onvoldoende aan bij de rekenmogelijkheden van je leerling? Dan biedt Reken Maar! vanaf het vanaf  het vierde leerjaar een voorstel tot curriculumdifferentiatie aan. Zo stem je het aanbod van wiskunde nog meer af op de mogelijkheden van de rekenzwakke leerling.

 

In de handleiding hebben we bij elke les op de achterzijde van de REDICODIS-pagina de eindtermen opgelijst. Zo heb je onmiddellijk een duidelijke kijk op de decretale minimumdoelen.

 

Vervolgens geeft Reken Maar! per basisles aan welke oefeningen je eventueel kunt weglaten zonder dat de beoogde eindterm(en) in het gedrang komen. De oefeningen die behouden blijven, focussen op het behalen van de eindtermen.

3. Focus op de essentiële wiskundige vaardigheden als het echt niet lukt

Vanaf het vijfde leerjaar kan je bij Reken Maar! gebruik maken van de vlotjes, aangepast oefen- en toetsmateriaal bij elke basisles ter vervanging van bepaalde oefeningen uit het werkschrift werkbladen. De vlotjes zetten in op  essentiële wiskundige vaardigheden. Je vindt ze in de  zorgmap  of in de module  differentiëren en oefenen  op Bingel.
Omdat deze suggesties verder gaan dan de voorstellen voor curriculumdifferentiatie, vind je deze terug in een aparte kader op dezelfde pagina.

 

Deze materialen worden gewoonlijk ingeschakeld wanneer een leerling – eventueel  tijdelijk  of  voor een bepaald domein – onvoldoende geholpen is met de (remediërings)werkbladen en de suggesties uit het onderdeel curriculumdifferentiatie.  Wanneer blijkt dat, ondanks alle inspanningen, een leerling toch niet verder geraakt dan het niveau van die vlotjes, dan weet je dat (een) bepaalde eindterm(en) niet werd(en) behaald.

 

De beslissing om een leerling (enkel) met de vlotjes te laten werken, moet dus met enige voorzichtigheid genomen worden. Zo komen bepaalde eindtermgerelateerde leerplandoelen onvoldoende aan bod in de materialen van de vlotjes.

 

Een leermiddel bepaalt nooit de beslissing over het al dan niet uitreiken van een getuigschrift. Deze beslissing behoort enkel de klassenraad toe. Het blijft de verantwoordelijkheid van de klassenraad om af te wegen of een leerling de eindtermen voor de verschillende leergebieden in voldoende mate bereikt heeft.

de vlotjes gebruiken in Bingel

4. Maak gebruik van de differentiatiemogelijkheden in Bingel

Bingel biedt heel wat kansen om te differentiëren met Reken Maar! zonder dat je er veel tijd in hoeft te steken. Zo kan je bijvoorbeeld het oefeneiland personaliseren op maat van een leerling met een IAC of instructiefilmpjes toevoegen aan een taak.

Meer differentiëren in Bingel