Voorleesweek: 9 handige tips!

Voorlezen is je liefde voor taal en letters doorgeven aan je klas! Wij verzamelden 9 praktische tips die elk voorleesmoment nog een beetje magischer maken. Zet jij ze straks in tijdens de voorleesweek?

1. Voorleesplekken

 

Zorg voor een zichtbare en aantrekkelijke voorleesplek in de klas. Maak er eventueel een mini-projectje van en kleed de leeshoek samen met je leerlingen aan. Wedden dat leerlingen spontaan meer goesting in lezen zullen krijgen?

 

2. Vaste voorleesmomenten

 

Kies voor vaste voorleesmomentjes. Zo bied je rust, structuur en een momentje waar je klas zeker naar uitkijkt!

 

3. Een divers, aantrekkelijk en hedendaags leesaanbod

 

Zorg voor een divers en hedendaags leesaanbod in je klas. Dat kan fictie zijn, maar even goed een krant, strip of zelfs een poëziebundel in een andere taal. Speel in op de leesvoorkeuren van je leerlingen en betrek hen bij de keuze. Misschien vinden jullie een boek dat past bij een thema waar jullie rond werken?

Inspiratie nodig voor je boekenkast?

4. Variatie

 

Breng het (voor)leesboek tot leven door attributen mee te brengen of jezelf te verkleden. Breng variatie met je stem, zing een liedje of laat eens een leerling een passage voorlezen. Variatie in het voorlezen verhoogt de betrokkenheid.

 

5. Leesplezier

 

Bij voorlezen staat leesplezier voorop. Maak er geen les begrijpend lezen van door het verhaal te onderbreken met vragen over moeilijke woorden of net voorgelezen passages. Geef je leerlingen na het voorlezen wel de kans om even na te praten. Wat vonden ze van het verhaal? Wie heeft ook al zoiets meegemaakt? Wat deed je toen? Zo blijft het verhaal je leerlingen boeien.

 

6. Kader

Voor je begint met voorlezen heb je de kans om met je leerlingen het boek te verkennen. Bekijk samen de cover en de achterflap. Waarover zou het boek gaan? Wie is de auteur? Ken je nog boeken van deze schrijver? Wat is de titel en wat zou deze kunnen betekenen? Laat je leerlingen voorspellen wat er gaat gebeuren!

7. Cliffhangers

 

Stop het voorlezen op een spannend moment of na een hoofdstuk. Laat je leerlingen er lekker los op fantaseren. Hoe zou het verhaal verder gaan?

 

8. Rust

 

Lees rustig voor, maak er fijn zen-momentje van. Leg intonatie in je stem, maar overdrijf niet. Verschillende typetjes of stemmetjes gebruiken tijdens het voorlezen kan een meerwaarde zijn, maar is misschien moeilijk om vol te houden. Bewaak het oogcontact met je leerlingen en durf af en toe eens een pauze laten.

 

9. De leerkracht leest?

 

Geef je voorleesmoment uit handen en laat je leerlingen schitteren. Zolang iedereen leest, is (voor)lezen een feest!